OM over kraanongeval Alphen:
'Peinemann negeerde instructies fabriek'

Kraanbedrijf Peinemann heeft 'tegen de fabrieksinstructies in gewerkt' op het project in Alphen aan den Rijn waarbij in 2015  twee hijskranen omvielen en achttien woningen werden verwoest.  'Zo werd met een van de kranen gewerkt met een maximale scheefstand van 2 graden in plaats van de voorgeschreven maximale afwijking van 0,3 graden', schrijft het Openbaar Ministerie op zijn website.

Enkele dagen geleden werd bekend dat Peinemann 175.000 euro overmaakt aan de staatskas om strafvervolging te voorkomen. Het nieuws over deze schikking kwam afgelopen weekend naar buiten. Het OM schrijft dat Peinemann als bedrijf verantwoordelijk is. 'Er is geen sprake van verdenking van natuurlijke personen.'

Het veelbesproken ongeval gebeurde op 3 augustus 2015. Tijdens werkzaamheden aan de Koningin Julianabrug vielen twee hijskranen om. De kranen stonden op pontons in de Oude Rijn, en waren op dat moment bezig een nieuw brugdeel te hijsen. Hoewel grote ravage ontstond, vielen er geen doden of gewonden.

'Risico's tandemhijs vanaf pontons niet geïnventariseerd'
Het Openbaar Ministerie stelt dat de Inspectie SZW 'grondig' onderzoek heeft gedaan naar het ongeval, en concludeert letterlijk het volgende:
- Het ongeluk is veroorzaakt door de uitgevoerde hijswerkzaamheden;
- De feitelijke aansturing van deze werkzaamheden lag in handen van kraanbedrijf Peinemann;
- Het kraanbedrijf heeft gewerkt zonder (gedetailleerde) stabiliteitsberekeningen en zonder ballastplannen;
- Het kraanbedrijf heeft ook tegen de fabrieksinstructies van beide mobiele kranen in gewerkt. Zo werd met een van de kranen gewerkt met een maximale scheefstand van 2 graden in plaats van de voorgeschreven maximale afwijking van 0,3 graden;
- Het kraanbedrijf had de risico's van een tandemhijs met twee kranen vanaf twee afzonderlijke pontons niet geïnventariseerd en evenmin was er rekening gehouden met eventuele windbelasting van de hijslast.

Peinemann 'nam vanaf het begin verantwoordelijkheid'
Het OM is niet alleen maar kritisch. Het concludeert ook dat Peinemann 'vanaf het begin verantwoordelijkheid heeft genomen'. Zo stortte het bedrijf geld in een steunfonds voor gedupeerden, en 'werkte het mee aan alle onderzoeken', aldus het OM.

Justitie stelt eveneens dat Peinemann 'zelf een intern onderzoek heeft laten instellen en op basis daarvan structurele maatregelen heeft getroffen die herhaling moeten voorkomen'. Het risico- en kwaliteitsbeleid is aangescherpt en het bedrijf ondergaat twee keer per jaar een onafhankelijke audit, aldus het OM. 'Ook heeft het bedrijf zijn deskundigheid vergroot en zijn werkwijze hierop aangepast, zoals de Onderzoeksraad voor de Veiligheid in zijn rapport over het ongeluk had aanbevolen.' Daarnaast heeft Peinemann zich volgens Justitie 'branchebreed ingezet voor de preventie van soortgelijke incidenten'.

OM vindt betaling 175.000 euro 'afdoende'
Het OM heeft eveneens bekeken hoe Peinemann is omgegaan met de gedupeerden. 'De verzekeraars van betrokken partijen hebben overeenkomsten gesloten waarbij de hoogte van de schade is vastgesteld en betaald. Daarnaast heeft Peinemann in enkele gevallen nog andere kostenposten vergoed aan gedupeerden.' Het heeft volgens het Openbaar Ministerie 'geruime tijd geduurd' om dit alles in kaart te brengen.

Gezien de opstelling en handelwijze van Peinemann na het ongeval, vindt het OM de betaling van 175.000 euro 'afdoende' en hoeft de zaak niet voor de rechter te komen. 'Als het bedrijf zou zijn gedagvaard, zou het OM op de rechtszitting eenzelfde eis hebben uitgesproken.' Peinemann zelf sprak eerder in een reactie van 'leergeld' dat is betaald.

Bron: Bouwmachines, 5 augustus 2019