VVT: 'Kamer verkeerd geïnformeerd over veiligheid werkbakken'

De VVT, de Vereniging Verticaal Transport, heeft kennis genomen van de publicatie van het nieuwe Arbobesluit 7.23d werkbakken en dit is een brandbrief namens de VVT:

De gevolgen van de aanpassing van Arbobesluit 7.23d zijn veel erger dan verwacht. ‘Als we de nota van toelichting aanhouden, dan betekent het praktisch gezien een verbod op het inzetten van werkbakken in kranen. Het gaat zeker ruim 40 miljoen euro extra kosten voor sectoren die hier gebruik van maken en zal mogelijk leiden tot uitval van cruciale infrastructuur zoals het mobiele netwerk in Nederland. Het allerergste is dat het ten koste gaat van de veiligheid van werknemers. Een terechte vrees is dat meer ongevallen zullen gaan plaatsvinden omdat er bij de keuze van een werkmethode de geschiktheid van het arbeidsmiddel belangrijker wordt dan de inzet van een werkbak met de laagste risico’s,’ aldus Lion Verhagen, directeur van de VVT.

De noodzaak voor de nieuwe regelgeving is grotendeels gebaseerd op een onderzoek van TNO dat in opdracht van staatssecretaris Van Ark van SZW is uitgevoerd. Bij dit TNO onderzoek zijn grote fouten gemaakt en is de Tweede Kamer onjuist geïnformeerd over de werkelijke risico’s van het werken met een werkbak in een hijskraan.

De staatssecretaris heeft in de toelichting gesteld, dat de inzet van een werkbak gepaard gaat met zeer hoge risico’s. Het terugbrengen van deze risico’s vormt de directe aanleiding voor het aanscherpen van de wet. Uit analyse van cijfers van het RIVM en ISZW, blijkt echter dat dit volledig onjuist is en dat experts van TNO de risico’s op valgevaar en beknellen veel hoger hebben ingeschat dan dat deze werkelijk zijn. Amper een jaar daarvoor concludeerde toenmalig demissionair minister van SZW Asscher dat er geen enkele aanleiding of noodzaak was om de regelgeving aan te scherpen.

Het ministerie heeft er voor gekozen om de belangrijkste conclusie van het TNO rapport in het advies naar de Tweede Kamer toe niet te vermelden, namelijk dat het vervoeren van mensen met een werkbak veilig is en geen hoger risico heeft dan andere wettelijk toegestane middelen.

Houding Inspectie SZW

De Inspectie SZW is van mening dat het uitgangspunt is dat er in principe niet gewerkt moet worden met hijswerktuigen en met werkbakken. Op basis van eigen waarnemingen is ISZW van mening dat er oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van werkbakken in hijskranen. Deze waarnemingen komen niet overeen met de werkelijke ongevallenstatistieken.

Niet serieus genomen

Signalen die door betrokken partijen zijn afgegeven, zijn door ambtenaren van het ministerie niet serieus genomen. Hetzelfde geldt voor de reacties die de staatssecretaris heeft ontvangen op de internetconsultatie. De enorme tegenstrijdigheid van de uitkomsten van het TNO onderzoek, met wat vanuit de praktijk is aangegeven, is daardoor niet opgemerkt.

Risico’s 150 keer hoger aangenomen dan werkelijk

Voor het inschatten van het valgevaar blijkt dat er bij een werkbak, in de onderzochte periode van 1998 tot en met 2017, geen enkel ongeval heeft plaatsgevonden waarbij een persoon uit een werkbak is gevallen. TNO heeft de risico’s van valgevaar ten onrechte gebaseerd op het vallen van een dak of werkvloer, ook al zijn hierbij geen hijskranen gebruikt.

De risico’s in het geval van beknellen of pletten zijn in werkelijkheid zelfs 150 keer lager dan door het ministerie weergegeven. Bij navraag is gebleken dat experts van TNO nooit onderzoek hebben gedaan naar de gemelde incidenten. Dit terwijl de Inspectie SZW zelf gegevens over ongevallen rapporteert die in tegenspraak zijn met de beweringen van de staatsecretaris op basis van het TNO rapport.

Wanneer er wordt gekeken naar het gevolg, de blootstelling en de waarschijnlijkheid van een incident, mede op basis van de ongevallenstatistieken van ISZW, blijkt dat valgevaar vanuit een werkbak gepaard gaat met aanvaardbare en zelfs lage risico’s. Beknellen en pletten komen ook zeer weinig voor en worden gekenmerkt als lage tot gemiddelde risico’s, in tegenstelling tot de door de staatssecretaris geclaimde zeer hoge risico’s.

Veiligheid wordt van tafel geveegd

De nieuwe wet bepaalt nu dat er bij de keuze voor het in te zetten arbeidsmiddel geen risicobeoordeling meer plaatsvindt over welke werkmethode het veiligste is voor de werknemers. Er wordt nu van bovenaf opgelegd dat bepaalde arbeidsmiddelen moeten worden ingezet, alvorens een werkbak in een kraan zou mogen, ongeacht of dit ook veiliger is. Dit is volgens de VVT in strijd met de Europese richtlijn 2009/104/EU. Het is dan ook de vrees en verwachting vanuit de sector dat er jaarlijks meer ernstige ongevallen zullen gaan plaatsvinden met het risico op meer dodelijke slachtoffers.

Bereikbaarheid hulpdiensten komt in gevaar

Deze aanpassing van de wet leidt niet alleen tot meer risico’s voor de veiligheid en gezondheid van werknemers, maar brengt ook direct de bereikbaarheid van het communicatienetwerk van Nederland in gevaar.

Deze aanpassing raakt het noodzakelijke en urgente onderhoud van en de storingswerkzaamheden aan alle ruim 28.000 zendmasten in Nederland. Om de beschikbaarheid van het netwerk te garanderen en hiermee ook de bereikbaarheid van alle hulpdiensten, worden er dagelijks werkzaamheden uitgevoerd waarbij de werkbak de snelste en de veiligste werkwijze is. Door de nieuwe wet is het niet meer mogelijk om binnen een redelijk termijn deze werkzaamheden uit te voeren. Er moet voor elke klus op locatie onderzoek worden verricht door een onafhankelijke veiligheidskunde en deze werkzaamheden moeten uiterlijk twee dagen van te voren worden aangemeld.

Ter vergelijking worden de branden in slechts een handjevol zendmasten door de gehele Nederlandse politiek, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTV) en door de telecomproviders, de afgelopen weken bestempeld als een zorgelijke ontwikkeling en een aanval op de hulpdiensten en daarmee onze samenleving. Deze aanpassing van Arbobesluit 7.23d heeft eenzelfde effect, alleen dan op een landelijke schaal.

Papieren tijger gecreëerd die tot explosieve stijging van kosten leidt

Naast een foute weergave van de risico’s door het ministerie blijkt ook dat de verwachte bedrijfseffecten veel te rooskleuring worden weergegeven. Het ministerie heeft aangegeven geen enkel idee te hebben hoe vaak een werkbak jaarlijks noodzakelijk wordt ingezet, maar stelt dat dit slechts 100 tot 300 keer per jaar zal zijn. Uit een rondgang bij bedrijven wordt duidelijk dat alleen al in de petrochemie en de telecomsector een werkbak in een kraan jaarlijks vele duizenden keren ingezet moet worden, noodzakelijk vanwege de veiligheid.

Het is de verwachting dat de kosten zullen toenemen met ruim €40 mln euro, waarbij nog geen rekening is gehouden met de overige indirecte kosten als gevolg van het moeten inzetten van meer machines en het organiseren van de werkzaamheden.

Werken met werkbakken in hijskranen is veilig en al goed geregeld

De realiteit is dat de Verticaaltransportbranche al sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw bezig is met het professionaliseren van de bedrijfstak. Dit heeft geleid tot goed onderhouden en gekeurde machines en zeer deskundige machinisten. De sector pleit zelf voor handhaving van het verplichte wettelijk kader hiervoor. De kans op falen of materiaalpech wordt hierdoor sterk gereduceerd.

Om het werken met werkbakken veilig te maken, bestaat er al volop regelgeving. De sector heeft een Arbocatalogus hiervoor, die nota bene door ISZW is getoetst. De belangrijkste extra maatregelen staan in Europese richtlijnen en in de Europese norm EN 14502-1:2010. Opvallend detail hierbij is dat de staatssecretaris aangeeft dat de beperking van de windsnelheid naar 7m/s, zoals nu opgenomen in de wet, in overeenstemming is met deze norm. Dit is echter niet waar, in de Europese norm wordt een ondergrens van 13,8m/s (een krachtige wind) gehanteerd. ISZW heeft dit de afgelopen jaren erkend via de Arbocatalogus verticaal transport, waar de 13,8 m/s in vermeld staat. De aanscherping tot 7 m/s is onjuist en zorgt ervoor dat werkzaamheden al bij een mild briesje moeten worden gestaakt.

Verder zijn de meeste bepalingen om veilig met werkbakken te werken opgenomen in de gebruiksaanwijzingen van hijskranen. Er bestaat zelfs wereldwijde overeenstemming over het werken met werkbakken in het ICSA N003 voorschrift ‘Lifting of Persons with Mobile Cranes’, waar de VVT de staatssecretaris over heeft geïnformeerd. Deze norm is tot stand gekomen tussen wereldwijde fabrikanten van hijskranen en koepelorganisaties van kraanverhuurbranches uit de toonaangevende werelddelen Amerika, Australië en Europa. Ook hier is niets mee gedaan.

Toepassing van deze al bestaande regelgeving maakt de extra beperkende regelgeving in het nieuwe Arbobesluit 7.23d dan ook volledig overbodig.

Strengere eisen zijn niet gerechtvaardigd

In het licht van de geschetste situatie is de vraag terecht of de veel strengere eisen voor de inzet van de werkbak in de kraan wel gerechtvaardigd zijn, of dat er sprake is van veel te strikte houding van de Inspectie SZW die blijkbaar vasthoudt aan normvoorschriften uit een voorbije tijdsperiode. Een voorbije tijdsperiode waarin zij zelf de normvoorschriften hebben geïntroduceerd en handhaafbaar hebben gemaakt. De werkgevers zijn immers zelf verantwoordelijk voor hun Arbobeleid, de risico-inventarisatie en -evaluatie en de in te zetten arbeidsmiddelen en werkmethoden. Zij zijn ook verantwoordelijk ingeval het mis gaat en er sprake is van het optreden van ongevallen.

Geen noodzaak, geen draagvlak

Dat het nieuwe Arbobesluit 7.23d zal gaan leiden tot vergaande beperking van de inzet van werkbakken in kranen behoeft volgens de VVT geen twijfel. Maar wetende dat er geen ongevallen gebeuren met werkbakken in hijskranen en de wetenschap dat deze werkmethode aantoonbaar vaak juist veiliger is dan de inzet van andere arbeidsmiddelen, zoals hoogwerkers, vindt de VVT deze gang van zaken in de praktijk niet uit te leggen.

Er is geen noodzaak aangetoond om de regelgeving aan te scherpen en daardoor ontbreekt het draagvlak hiervoor in sectoren die regelmatig met werkbakken werken.

 Bron: VVT 19-5-2020


Voor andere redacties:

Voor meer informatie mail of neem contact op met:

Dhr. Gerke Kleinsmit

E-mail: g.kleinsmit@verticaaltransport.nl

Telefoon: 06-12 56 65 77